Hands pulling om ‘jezelf in de wereld’ te trekken. Maar ook de mensen naar ‘je toe te rekken’. Of nieuwe situaties aan durven gaan. Mensen met een verstoorde hands pulling zullen mensen teveel naar zich toe willen trekken of juist heel erg de ander wegduwen. Er is een verstoorde balans tussen geven en nemen in relaties. Dit zijn vaak kinderen die in de gang of op het schoolplein aan anderen moeten plukken of duwen. Ze willen de ander even voelen om hun eigen positie te bepalen.
Sommige kinderen zullen juist zich terugtrekken. Ze durven niet iets nieuws te doen. Een spreekbeurt is heel spannend en een vinger op steken in de klas doen ze niet met plezier. Deze reflex is soms actief bij kinderen met ASS, Dyspraxie en ADHD/ADD
Er is teveel of te weinig spierspanning in de armen. Hierdoor is er moeite met schrijven (ook lelijk handschrift), het gooien en vangen van een bal. Ze vinden het soms fijn om hun handen in vuisten te houden.
Nog meer kenmerken:
- Articulatieproblemen
- Moeite met vertellen/onder woorden brengen
- Geslotenheid
- Moeite met inschatten van situaties
- Moeite met veranderingen
- Nekklachten of afwijkende houding
- Moeite met grenzen aanvoelen en aangeven
- Faalangst en onzekerheid
- Verminderd invoelingsvermogen
- Aan anderen willen plukken, friemelen
Reactie plaatsen
Reacties