ATNR (asymmetrical Tonic Neck Reflex)

ATNR (assymetrisch tonic neck reflex)

Dit is een reflex die heel belangrijk is voor het leergebied. ATNR ontwikkelt het visuele en auditieve systeem. Het ontwikkelt de oog-hand coördinatie. Deze reflex hebben we ook nodig om de draai te maken om uit het geboortekanaal te komen. We trainen met de ATNR de spieren aan de linker en de rechterkant. Dat hebben we later nodig voor kruipen, lopen, tandenpoetsen, haren kammen. Soms hebben kinderen dan ook niet gekropen of ze hebben geschoven met hun billen.

Door de draaiing van het hoofd doorkruizen we de middellijn. Wat is goed is voor het gebruik van beide hersenhelften. De ATNR vormt de basis voor het gehoor, ontwikkeling van een voorkeurs hand, arm en oog. De ATNR zorg ervoor dat de hersenen begrijpen wat ze zien. Bijvoorbeeld het zien van diepte. Het herkennen van voorwerpen. Het zorgt ervoor dat iets vloeiend met de beide ogen gevolgd kan worden. Als dit niet zo is kun je bijvoorbeeld een lui oog ontwikkelen. ATNT helpt bij de ontwikkeling van spraak en taal.

De sensor van de ATNR is het draaien van het hoofd (dit kan door iets te horen, voelen, zien). Aan kant waar het hoofd naar toedraait strekken de armen en benen. Aan de andere zijde buigen de armen en benen.  Deze reactie beschermd de baby als het op de buik ligt. Zo kan het opzij ademen.

Bij een actieve ATNR kan het zo zijn dat als je op de fiets over je schouder kijkt, het stuur ook die kant op beweegt, omdat je arm wilt strekken.

Kenmerken van een actieve ATNR:

  • lees/schrijf problemen
  • letters en cijfers omdraaien
  • tijdens het lezen zinnen weglaten
  • verwarring met 10-tallen en eenheden
  • moeite met vangen, fietsen, zwemmen
  • moeite met stilzitten
  • verwarring/aarzeling
  • moeite om ideeën op papier te zetten
  • moeite met automatiseren
  • verschil tussen mondelinge en schriftelijke prestaties
  • van het bord overschrijven is lastig.
  • moeite met kruipen
  • onhandig, bijv voortdurend dingen laten vallen
  • geen dominantie is hand
  • moeite met lezen en spelling (ook door het vloeiend volgen van de ogen)
  • moeite met tekst overschrijven van het bord
  • moeite met uitschakelen van achtergrondgeluid
  • dyscalculie
  • problemen met het uitvoeren en onthouden van meerdere instructies
  • snel afgeleid (adhd, add)
  • moeite met begrijpen waar het geluid vandaan komt.
  • komt vaak voor bij kinderen met dyslexie
  • twee ogen die niet goed samen werken
  • moeite met begr lezen
  • slordig handschrift
  • met gestrekte armen schrijven
  • voeten klemmen om de stoelpoten
  • moeite met focus
  • moeite met oog-hand coördinatie
  • onhandig in sport
  • niet gemotiveerd, wil alles direct
  • komt vaak voor bij kinderen met dyslexie,

Babkin

Babkin is belangrijk voor de ontwikkeling van zuigen, bijten en kauwen en de hand-mond coördinatie. De stimulatie van de handpalm zorgt ervoor dat het hoofd gebogen wordt naar de kant waar de handpalm aangeraakt wordt. De mond zakt iets open. Door de Babkin voel je je veilig. De handjes vouwen zich om de borst tijdens de borstvoeding of om de fles heen. Ze masseren ook wel eens de handjes van de baby als het drinken niet zo goed wil lukken. De Babkin zorgt dat je goed kunt vertellen wat je bedoelt.

Lees meer »

Spinal Galant

Deze reflex is belangrijk om de baby te helpen om door het geboortekanaal te komen. De trillingen van de weeën stimuleren deze reflex. Na de geboorte helpt deze reflex bij het omrollen, kruipen en uiteindelijk lopen. Het zorgt voor een soepele rug en soepele heupen. Soepelheid is belangrijk om te leren fietsen, zwemmen.

Lees meer »

Handspulling

Hands pulling om ‘jezelf in de wereld’ te trekken. Maar ook de mensen naar ‘je toe te rekken’. Of nieuwe situaties aan durven gaan. Mensen met een verstoorde hands pulling zullen mensen teveel naar zich toe willen trekken of juist heel erg de ander wegduwen. Er is een verstoorde balans tussen geven en nemen in relaties. Dit zijn vaak kinderen die in de gang of op het schoolplein aan anderen moeten plukken of duwen. Ze willen de ander even voelen om hun eigen positie te bepalen.

Lees meer »

STNR

De STNR zorgt voor een samenwerking tussen het bovenste deel van het lichaam en het onderste deel. Als het bovenste deel strekt, buigt het onderste deel en andersom. Deze reflex is enorm belangrijk om te leren kruipen. Deze reflex integreert eerst, voordat een baby kan gaan kruipen. Integreert deze niet dan is het moeilijk om te leren kruipen, ze blijven dan tijgeren of gaan kont schuiven. Kruipen is heel belangrijk voor de ontwikkeling. Door kruipen ontwikkelt de samenwerking van beide hersenhelften. Dit is belangrijk om nieuwe informatie beter te verwerken en te automatiseren.

Lees meer »

Moro

Moro is één van de eerste reflexen die naar voren komt als het kind geboren is. De Moro is noodzakelijk om te overleven. De moro helpt het kind om een eerste hap lucht te nemen. Ook beschermd het, het kind voor gevaarlijke prikkels uit de omgeving.

Lees meer »

Bonding

Bonding heeft te maken met binding en hechting. Als het kind uit de baarmoeder komt en ligt op de buik van de moeder, geeft de druk van de armen van de ouder een goede overgang tussen de druk die het kind in de baarmoeder gevoeld heeft. Je voelt je door deze integratie beschermd. Het geeft een gevoel van comfort, harmonie, veiligheid en beschermd en verzorgd voelen. Je voelt je geliefd en je leert te vertrouwen. In jezelf en in een ander. Vanuit vertrouwen ontwikkel je je verder. Je kunt aarden in je eigen lijf. Er ontstaat goede coördinatie tussen je lichaamsdelen. Lichaamsdelen onderling, maar ook brein en lichaam. Waar is mijn lichaam, wat is van mij.. Bonding zorgt ervoor dat voelen, denken en doen in balans is. Je leert een ander en jezelf te accepteren. Het bonding reflex in ook voor belang van communicatie. Bonding activeert/stimuleert het zicht en gehoor.

Lees meer »